Je bekijkt nu Struinen door de Tuin van Ad
Ad Nelissen, Bloemhofstraat 22A. Tuinen in de Roos project.

Struinen door de Tuin van Ad

In de rubriek Struinen door de Tuinen kun je een kijkje nemen in de tuinen van het Rozenprieel. Als vierde in de serie is een verstopte tuin aan de Bloemhofstraat aan de beurt.

Ad Nelissen, Bloemhofstraat 22A. Tuinen in de Roos project.

Twintig jaar geleden kwam een buurtgenoot van Ad Nelissen met het idee om van drie tuintjes te midden van een woningcomplex een gezamenlijke tuin te maken. De vereniging van huiseigenaren vond het goed en zo geschiedde. De buurvrouw van Ad begon met een heel klein boompje. Een populier. Nu, twintig jaar later is dat kleine boompje zo groot dat de boom voor honderden euro’s de takken getopt moeten worden. De boom groeit dan ook per jaar zeker een meter. Ad heeft de boom versierd met zelfgemaakte vogelhuisjes. “Die zijn ideaal voor koolmeesjes,” vertelt hij. “Ik ben fan van tuinieren want van wroeten in de grond word je vrolijk,” lacht hij. Alle planten zijn volgens Ad mooi. “Maar vraag me niet naar de namen want die weet ik niet, haha! ”

Ad onderhoudt de tuin nu voornamelijk in zijn eentje en krijgt vaak complimentjes. De buurvrouw waarmee het begon is weg maar hij krijgt wel vaak hulp van een vriend, die zelf hovenier is. Ad scrolt op zijn tablet naar mooie en leuke plantjes. Hij vraagt dan aan zijn vriend hoe de plant heet zodat hij de plant ook zelf kan kopen.
Bijna iedere dag gaat Ad wel even zitten woelen in de aarde van de tuin. Om de zoveel tijd belt hij dan even bij nummer 18 aan om zo bij de waterkraan te komen en zijn plantjes water te geven.

Heb je nog tips voor buurtbewoners?
“Ik heb net mijn perzikboompje verplaatst. Die staat nu dichter bij de stenen muur zodat de boom meer warmte opvangt. Dus dat is wel een handige tip om mee te nemen als je gaat planten.”
Sinds een tijdje is Ad ook bezig met rozen te planten. “Maar van rozen moet je verstand hebben. Het is net als koken. Je moet het aanvoelen. Zo werkt dat ook met het snoeien. Dat moet je aanvoelen. Je kan het beste eerst afkijken hoe het moet en daarna zelf uitproberen.”

 

 

Met dank aan buurtfotograaf Jur Engelchor